Piet Mondriaan (1872 – 1944) is vooral bekend geworden als pionier van de abstracte kunst. Hij begon echter pas zo rond zijn veertigste levensjaar, na zijn vertrek naar Parijs, te experimenteren in deze stijl.  Voor die tijd schilderde hij realistische taferelen waarin de natuur een hoofdrol speelde.  Op vrijdag 18 mei a.s. opent in het Mondriaanhuis een tentoonstelling die focust op de figuratieve periode van Mondriaan.

Tentoonstelling PUUR NATUUR toont een selectie van werken uit de periode 1895 -1910. De expositie laat een grote variëteit in onderwerpen zien en toont o.a. landschappen, portretten, bloemen en stillevens. Daarmee wordt zichtbaar hoe verrassend veelzijdig Mondriaan ook was in deze fase van zijn leven.

Landschappen
Mondriaan woonde in zijn Nederlandse periode veel in Amsterdam, maar verbleef ook in diverse dorpen in Nederland. De schilder had de gewoonte om er met de fiets op uit te trekken en in de buitenlucht te tekenen of te schilderen wat hij daar aantrof: weidse landschappen, boerderijen, koeien in de stal of molens met de kenmerkende  Hollandse wolkenpartijen.  Hoewel de onderwerpen van zijn werken in deze periode figuratief zijn, zie je wel in de loop van de tijd dat compositie en lijnen belangrijk worden voor Mondriaan. Ook zijn kleurgebruik verandert in de loop van de tijd: van donkere, bruine tinten, naar meer heldere kleuren.

Portretten
In zijn Nederlandse periode heeft Mondriaan ook veel portretten gemaakt. Een deel daarvan werd in opdracht geschilderd en brachten zo geld in het laatje.  Vaak portretteerde hij ook mensen uit  zijn kennissenkring.  Eén van de geportretteerden in de tentoonstelling is  Frits Mondriaan, de oom van Piet. Oom Frits was naast kapper ook schilder van voornamelijk landschappen in de stijl van de Haagse School. Van hem leerde Piet de eerste kneepjes van het vak. 

Amaryllis
Topstuk in de tentoonstelling is de rode amaryllis met blauwe achtergrond.  Aan het begin van zijn carrière, maar ook nog in zijn abstracte periode, schilderde Mondriaan regelmatig bloemen. Meestal een enkele bloem, zoals een chrysant of een amaryllis, centraal in de compositie. De algemene opvatting is dat Mondriaan de bloemen maakte omdat er markt voor was, maar ze zien er zeker niet uit als een ‘moetje’ en hebben grote kwaliteit.